Learn Dutch - Episode 66: the use of the word 'als'

In this lesson, Joyce Diebels from Dutch with Joyce explains how you to use the word 'als' in combination with other words.

Credit: Designed in Canva

Words from lesson 66: the use of the word 'als'

English	Dutch
if / when	als
I’ll drop by if possible.	Ik kom langs als het kan.
He pretends to know everything.	Hij doet alsof hij alles weet.
He cycles just like a professional.	Hij fietst net als een professional.
We can go if you want.	We kunnen gaan als je wil.
The house was like as it were a palace.	Het huis was als het ware een paleis.
As result of the rain the party was cancelled.	Als gevolg van de regen is het feest afgelast.
He keeps on talking without stopping.	Hij praat alsmaar door zonder te stoppen.
Lastly, I want to thank everyone.	Als laatste wil ik iedereen bedanken.
It went effortlessly with that exercise.	Het ging als vanzelf met die oefening.
He does that like it’s nothing.	Hij doet alsof het niets is.