Words and sentences from lesson 74: Nederlandse gewoonten
English | Dutch |
Dutch habits | Nederlandse gewoonten |
to send cards | kaarten sturen |
For a birthday Dutch people often send a card. | Voor een verjaardag sturen Nederlanders vaak een kaartje. |
to give a present | een cadeautje geven |
When visiting someone at home it is polite to bring a gift. | Bij een bezoek aan iemand thuis is het beleefd om een cadeautje mee te nemen. |
three kisses | drie zoenen |
With family and friends Dutch people often give three kisses on the cheek. | Bij familie en vrienden geven Nederlanders vaak drie zoenen op de wang. |
a hand shake | een handdruk |
At a formal meeting Dutch people give a hand shake. | Bij een formele ontmoeting geven Nederlanders een handdruk. |
make appointments | afspraken maken |
In the Netherlands people often make appointments before visiting. | In Nederland maken mensen vaak afspraken voor een bezoek. |
to be on time | op tijd komen |
In the Netherlands being on time is a sign of respect. | In Nederland is op tijd komen een teken van respect. |
birthday circle | (de) verjaardagskring |
With birthdays often people sit in a circle. | Bij verjaardagen zitten mensen vaak in een kring. |
to treat someone | trakteren |
On a birthday, when at work, the birthday person treats others to something yummy. | Bij een verjaardag op werk trakteert de jarige op iets lekkers. |
coffee time | koffietijd |
Coffee time is often a fixed moment around 10 o'clock in the morning. | Koffietijd is vaak een vast moment rond tien uur 's ochtends. |
It encompasses a feeling of coziness, conviviality, warmth, and a sense of belonging. There is no English translation. | gezelligheid |
Having a cup of coffee with friends is always nice. | Een kopje koffie drinken met vrienden is altijd gezellig. |
'Gezelligheid' doesn't keep track of time. | Gezelligheid kent geen tijd. |