Woorden en zinnen uit les 70: verhuizen
Engels | Nederlands |
moving house | verhuizen |
boxes | (de) (verhuis)dozen |
I packed all the boxes for the move. | Ik heb alle dozen ingepakt voor de verhuizing. |
inspect an house | (de) inspectie |
The inspection of the house went well. | De inspectie van het huis verliep goed. |
neighbourhood / area | (de) buurt / (de) wijk |
The new neighbourhood looks cozy. | De nieuwe buurt ziet er gezellig uit. |
keys | (de) sleutels |
Tomorrow we’ll get the keys to the new house. | Morgen krijgen we de sleutels van het nieuwe huis. |
to paint | schilderen |
small jobs | klussen |
We are doing little jobs in the new house. | We gaan eerst klussen in het nieuwe huis. |
moving company | (het) verhuisbedrijf |
We hired a moving company for the heavy stuff. | Wehebben een verhuisbedrijf ingehuurd voor de zware spullen. |
transport | (het) vervoer |
We are arranging a van for the transport. | Wij regelen een busje voor het vervoer |
moving truck | de verhuiswagen |
They are moving to a bigger apartment with the moving truck. | Ze verhuizen naar een groter appartement met de verhuiswagen. |
to decorate | inrichten |
Decorating the living room took a lot of time. | Het inrichten van de woonkamer kostte veel tijd. |
changing address | (de) adreswijziging |
Don’t forget to notify your change of address. | Vergeet niet je adreswijziging door te geven. |